De spaarhypotheek is een combinatie van een aflossingsvrije hypotheek en een spaarconstuctie met een gegarandeerde uitkering. De uitkering op een spaarhypotheek is gelijk aan de hypotheekschuld.
Bij een spaarhypotheek lost u tijdens de periode van de hypotheeklening niets af. Pas aan het eind komt het gespaarde kapitaal vrij, waarmee u de hypotheeklening ineens aflost. Een spaarhypotheek bevat ook een verzekerings-component.
De rente die u ontvangt over het spaardeel is gekoppeld aan de rente die u betaalt over de hypotheeklening. Heeft u een dure hypotheeklening (nadeel: veel rente), dan spaart u ook tegen hoge rente! In praktijk betekent dit dat het effect van de rente schommeling wordt gedempt. Stijgt de rente, dan betaalt u meer aftrekbare hypotheekrente, maar dan daalt uw premie-inleg; met een hogere rente is uw doelvermogen (aflossing van de hypotheek-som) immers eerder bereikt.
De spaarhypotheek is fiscaal efficiënt gemaakt en is in de regel de goedkoopste hypotheek van de vormen waarin u de hypotheeklening ook daadwerkelijk wilt aflossen. Natuurlijk is een aflossingsvrije hypotheek de goedkoopste in maandlast, maar u spaart dan ook niets en uw schuld op einde looptijd is even hoog als aan het begin.
Een spaarhypotheek is ook goedkoper dan een aflossingsvrije hypotheek waarbij u zelf spaart of belegt. Het opgebouwde kapitaal in de spaarhypotheek valt namelijk niet in box 3 (geen rendementsheffing) maar in box 1. Bij vrijval geldt in box 1 een vrijstelling. Binnen bandbreedte betaalt u over het rendement en hoofdsom geen belasting. Banksparen komt in de buurt en heeft de zelfde fiscale structuur van de spaarhypotheek, is goedkoper, maar heeft geen verzekeringscomponent. Die kunt u wel weer los afsluiten.
Zelf sparen is misschien wat duurder, maar geeft u wel veel vrijheid.
Voordelen spaarhypotheek:
- Beperkte kosten van de structuur - let op premie verzekeringsdeel.
- Maximale renteaftrek gedurende de looptijd van de spaarhypotheek.
- Belastingvrij vermogens opbouw (let wel op beperkende voorwaarden - zie fiscaliteit).
- Zekerheid dat de hypotheek afgelost wordt.
- Dempend effect in de last. Als de rentelast stijgt, daalt de premieinleg.
- Duidelijkheid in rendement en opbouw van de waarde gedurende de looptijd van de spaarhypotheek (voordeel ten opzichte van de beleggingshypotheken).
- Kapitaal dat opgebouwd is, kan niet meer verloren gaan.
- Bij hogere rentestanden spaart u aantrekkelijk, terwijl de hogere last aftrekbaar is. Uw absoluut rendement neemt toe.
- premie-inleg mag variëren (binnen grenzen, bij hoge rentestanden kunt u zo extra sparen bijvoorbeeld)
Nadelen spaarhypotheek:
- Hypotheekrente heeft opslag t.o.v. andere vormen. Dit is min of meer een verkapte premiestelling. Fiscus betaalt echter mee.
- Minder flexibel als u het maximale fiscale voordeel wilt genieten (minimale looptijd, premie inleg en andere zaken)
- Niet flexibel. Oversluiten en veranderingen kosten geld.
- Als u bij voorbaat waarschijnlijk niet aan de fiscale vereisten tot belastingvrije uitkering voldoet zijn andere vormen (zelf sparen, banksparen in combinatie met een OLV aantrekkelijker.
Oversluiten:
Het is zeker niet altijd aantrekkelijk om over te sluiten naar een lagere rente. Zeker als u al een groot spaardeel heeft opgebouwd, kan het juist aantrekkelijk zijn een hoge rente te behouden. Kijk niet alleen naar de lasten maar ook naar de lusten. De last wordt gedeeld met de fiscus, de lust is in principe voor u. De uitkering over het kapitaal is belastingvrij (mits u voldoet aan de fiscale voorwaarden, zie belasting en hypotheek)